
Weekverslag – week 19
12 t/m 18 oktober
Zaterdag
We rijden een heel eind vandaag, waarvan het grootste gedeelte langs Lake Van. Het is een gigantisch groot meer met mooie uitzichten onderweg. Het water is donkerblauw, de bomen eromheen herfstig geel en oranje. Omdat het meer op ruim 1600 meter hoogte ligt, wordt het ’s avonds snel koud. We vinden een kampeerplekje aan het meer, tussen alle rotzooi die achtergelaten wordt door de picknickende families en bierdrinkende vriendengroepen. Zo zonde en zo onnodig. We hebben het geluk dat het volle maan is, dus het blijft nog redelijk licht als de zon ondergaat. Met een wijntje bij het avondeten op het strand bij volle maan, hebben we het prima naar ons zin.

Zondag
We zijn vlakbij de Nemrut krater, dus die laten we uiteraard niet links liggen. Een vijftien kilometer lange kasseienweg brengt ons bovenaan, eromheen en een stukje naar beneden om uiteindelijk bij het helderblauwe meer uit te komen. We rijden door een bos dat vol in het herfstblad staat en prachtig afsteekt bij het blauw van het meer. We maken een verse koffie aan de rand van het meer, maar gaan er niet in. Veel te koud!
We rijden nog een eindje door, tot we bij een rivier een kampeerplek vinden. Er is geen kip te bekennen, dus we kleden ons helemaal uit om een frisse douche te nemen in de redelijk koude rivier. Als we net weer droog en aangekleed zijn, staat er ineens een man voor onze neus en komen er aan de overkant drie mannen door de rivier gewandeld. Hopelijk was dat gewoon goede timing.
De man die ineens voor onze neus staat, begint een heel verhaal in het Turks waar geen touw aan vast te knopen is. Het lijkt niet tot hem door te dringen dat we geen Turks spreken. Het wordt ons duidelijk dat hij wil dat we bij hem komen slapen, maar dat is nog een stuk rijden en bovendien hebben ze thuis al 13 kinderen. Via Google Translate proberen we een gesprek met de man te voeren, maar hij lijkt het niet helemaal te begrijpen. Na een paar pogingen leest de man letter voor letter hardop voor om uiteindelijk het woord uit te spreken. Dat de beste man misschien niet kon lezen is iets waar we totaal niet bij stil hadden gestaan. Hij blijft nog de hele avond hangen, eet een paar koekjes mee en kijkt toe hoe we de daktent opzetten en onze tanden poetsen. Vlak voor hij weggaat, vraagt hij nog even snel hoe vaak we dat doen, onze tanden poetsen. Het antwoord lijkt hem tevreden te stellen en na een uitgebreid handen schudden stapt hij in zijn auto en wij in de tent.

Maandag
Vandaag staat een bezoek aan het werelderfgoed van de stad Hasankeyf op het programma. Als we aan komen rijden, zien we al dat er grote bouwwerkzaamheden aan de gang zijn. Ze zijn bezig om delen van de historische stad naar hoger gelegen gebied te verplaatsen en andere delen af te breken. Waar eerst beschermde, oude Turkse huizen stonden, is nu handmatig een hoge klif gemaakt. In februari wordt even verderop een stuwdam in gebruik genomen, waardoor zowel de oude stad als de huidige stad onder water komen te staan. Voor de oude stad hebben ze de oplossing gezocht in het verplaatsen van de meest iconische gebouwen. De huidige stad heeft minder geluk en komt gewoon onder water te staan. Een paar kilometer verderop is een betonstad opgetrokken waar de meeste mensen een woning toegewezen krijgen. Het ziet er treurig en troosteloos uit en is bovendien onbegrijpbaar voor ons.
We lunchen met een döner dürüm in een eettentje dat binnenkort onder water staat. In de hele straat zijn ze al aan het afbouwen en de eigendommen aan het verplaatsen naar hogergelegen gebied. Na de lunch proberen we in de historische stad te komen, maar deze is momenteel niet bereikbaar vanwege de verhuiswerkzaamheden. Wel rijden we een mooi bergweggetje op zoek naar een ingang en bereiken we hier de mijlpaal van 20.000 gereden kilometers in deze reis.
Eenmaal terug in het stadje bezoeken we nog een troglodyte huis. Dit zijn uit rotsen uitgehouwen huizen waar tot op de dag van vandaag mensen in wonen. Het lijkt een beetje op Vardzia in Georgië, waar een klooster uitgehouwen is.
We kamperen aan de rivier, nu het nog kan. We zijn hemelsbreed zo’n 70 kilometer van de grens met Syrië en iets verder ligt de grens met Irak. We hopen daar ooit nog naar binnen te kunnen als het veilig genoeg is, maar voor nu slaan we deze landen maar even over.

Dinsdag
Nog voor de koffie kopen we drie kilo aardbeien voor 25 lira (€3,80) in Batman. De verkoper komt enthousiast zwaaiend aangerend als we bij zijn onbemande auto bij de aardbeien staan te kijken en helpt ons om de beste bak te kopen. Ze smaken in ieder geval heerlijk!
We rijden door Diyarbakir, waar we op goed geluk in een leuk centrum terecht komen en de eerste baklava van Turkije kopen. Onderweg naar een kampeerplekje nemen we een zijweg van de snelweg. Er rijden hier bijna geen mensen, maar we komen wel een schildpad tegen. Hij is langzaam aan het oversteken, dus we helpen het beestje even om veilig in de berm te komen.
We parkeren de auto uiteindelijk in een soort stenenveld waar deze regio voornamelijk uit blijkt te bestaan. Sommige velden zijn geruimd van stenen, waar ze vervolgens muurtjes mee hebben gemaakt als afrastering. In enkele gevallen zijn deze muurtjes maar liefst twee meter hoog geworden. Wij vinden een kampeerplekje in een ongeruimd stenenveld met uitzicht op de omringende gehuchten. We horen nog een paar boeren met kuddes geiten voorbij trekken, maar verder is het een rustige avond.

Woensdag
Omdat het veel leuker is om binnendoor te rijden dan om over snelwegen te gaan, kiezen we vandaag een bergweggetje richting Gerger. Het is wel verhard, met hier en daar de nodige onderhoudsachterstand. In één van de kleine dorpjes die we passeren, worden we gestopt door twee mannen en een klein meisje. Ze beginnen in het Turks van alles te vertellen, af en toe aangevuld door de paar Engelse woorden die één van de mannen spreekt. We begrijpen dat ze ook naar Gerger moeten, dus we maken de achterbank vrij zodat ze in kunnen stappen.
De oudste man, die de paar woorden Engels spreekt, blijkt na tien kilometer al op de plaats van bestemming te zijn. De andere man en zijn dochtertje van een jaar of zes blijven zitten. Communiceren met de man is best lastig, maar hij maakt tot drie keer duidelijk dat Allah met ons is en dat hij heel dankbaar is voor de lift. Altijd handig als de verschillende Goden met je zijn, dus wij zijn op onze beurt weer dankbaar voor zijn gebeden.
Als we in Gerger aankomen, blijkt dat ze voor het meisje naar het ziekenhuis moeten. Nu zijn we helemaal blij dat we ze een lift hebben gegeven. Bij het uitstappen geeft het meisje ons allebei een kus op de hand. De vader nodigt ons uit voor thee als we weer bij zijn huis langsrijden, maar dat ligt inmiddels dertig langzame kilometers achter ons, dus daar zullen we niet meer terugkomen.
Vanaf Gerger pakken wij een offroad paadje wat ons langs berghellingen en afgronden voert. Af en toe staat er een huis, maar nergens lijkt het bewoond te zijn. Het pad is niet zo heel lang, maar wel een leuke afwisseling van het asfalt. ’s Avonds kamperen we vlakbij Nemrut Daği, waar we morgen heen zullen gaan. Net voor we gaan slapen, zien we een kleine vos rondscharrelen. Hij ziet er pluizig en onschuldig uit.

Donderdag
Niets blijkt minder waar. Als Peter ’s ochtends als eerste de daktent uit gaat, wordt hem al snel duidelijk wat het nadeel van viervoeters is: die hebben vier slippers nodig. Ons favoriete schoeisel is vannacht van onder de tent gestolen. We hadden ze daar laten staan omdat ze nat waren van de douche die we voor het slapen hebben genomen. En nu zitten we dus zonder slippers in heerlijk warm Turks nazomerweer. We hopen nog een glimp op te vangen van de vos met onze vier slippers aan zijn poten, maar helaas laat hij zich niet meer zien.
We rijden het laatste stukje naar Nemrut Daği, waar we ongeveer de enige toeristen zijn, en stappen vervolgens in de verder lege shuttlebus die ons maar liefst één kilometer verderop eruit gooit zodat we onze weg te voet kunnen vervolgen. Beetje onnozel. Nemrut Daği is een grafheuvel van Koning Antiochus Theos van Kommange die van 69 voor Christus tot 34 voor Christus heeft geleefd. Omdat hij dichtbij de goden wilde zijn na zijn dood, heeft hij opdracht gegeven tot het bouwen van de 50 meter hoge grafheuvel en het bouwen van grote beelden van de goden die hij vereerde, zoals Zeus, Heracles en Apollo Mithras. De hoofden van deze beelden zijn eraf gevallen, als gevolg van vele aardbevingen. Het geeft een apart, maar bijzonder beeld. Heel bijzonder hoe oud het is en dat het nog in redelijk goede staat verkeerd.
Peter vliegt een rondje met de drone, want er staat nergens aangegeven dat dat niet mag, maar na een paar minuten komt er een bewaker zwaar hijgend de trappen opgerend om te vertellen dat het niet mag, tenzij je speciale toestemming uit Ankara hebt. De drone staat al snel weer aan de grond, maar de foto’s en filmpjes zijn dan al gemaakt. Mazzeltje voor ons.
Na een uitgebreide ronde langs de drie terrassen met beelden, zetten we koers naar Kahta. Hier kopen we lekkere baklava en twee paar aftandse slippers, die wel praktisch zullen zijn. We rijden nog een stukje door tot we onder in een vallei bij de rivier een rustig plekje vinden. Er is niemand te bekennen, we staan beschut en de zonsondergang is weer prachtig.

Vrijdag
We ondernemen vrijwel niks vandaag. We nemen wat tijd om de weekverslagen te schrijven, foto’s te bewerken en boeken uit te lezen. Af en toe nemen we een bad in de rivier als we te warm zijn geworden en ondertussen genieten we van de ontspannen dag. We hebben geen telefoonbereik, wat ook een heerlijke rust geeft, dus na deze dag zijn we zo relaxed als maar kan.
